De leiders van het volk gingen in Jeruzalem wonen. De rest van de mensen lootte erover wie er in Jeruzalem zouden gaan wonen. Van elke tien mensen zou er één in Jeruzalem gaan wonen. De andere negen zouden in de andere steden gaan wonen.
De leiders van het volk hadden zich al op een vroeger tijdstip in Jeruzalem gevestigd. Via een loting werd nu een tiende deel van het volk uit de andere steden en dorpen van Juda en Benjamin aangewezen om er óók te gaan wonen.