Hanani, één van mijn broers, kwam uit Juda met een aantal Judeeërs naar mij toe. Ik vroeg hen hoe het ging met de mensen die in Juda waren achtergebleven toen alle anderen gevangen waren meegenomen naar Babel. Ook vroeg ik hen hoe het met Jeruzalem was.
bezocht Hanani, een van mijn broers, mij terwijl ik in het paleis in Susan was. Hij was met nog enkele mannen uit Juda gekomen. Ik informeerde naar de omstandigheden in Jeruzalem en hoe het ging met de Judeeërs die uit ballingschap waren terugkeerd naar Jeruzalem.