Ik schrok erg en zei tegen de koning: "Mijn heer de koning, leef in eeuwigheid! Ik kan niet anders! Want de stad waar mijn voorvaders begraven liggen, ligt in puin en de stadspoorten zijn verbrand!"
maar antwoordde: ‘Och majesteit, zou ik niet verdrietig zijn als de stad waar mijn voorouders zijn begraven, is verwoest en haar poorten zijn verbrand?’