En zo hebben zij het land veroverd. U heeft de bewoners van het land, de Kanaänieten, in hun macht gegeven. U heeft hun koningen en de volken in hun macht gegeven. Ze konden met hen doen wat ze wilden.
Daar gingen zij wonen en U hebt hele volken aan hen onderworpen, ook de vroegere bewoners van het land, de Kanaänieten met hun koningen. Zij kwamen volkomen in de macht van uw volk.