U bent goed voor mij. Bij U ben ik zo veilig als in een burcht of in een toren. U bent mijn redder. U beschermt mij als een schild. U laat mij heersen over mijn volk.
God betoont mij zijn goedheid en liefde. Hij beschermt mij. Hij bevrijdt mij en geeft mij een schuilplaats. Achter Hem kan ik schuilen. Hij laat mij volken overwinnen.