Ze roddelen, liegen, beledigen God en scheppen op over zichzelf. Ze weten steeds wel weer wat slechts te bedenken. Ze zijn ongehoorzaam aan hun ouders.
Gemeen als ze zijn, houden zij van roddel en kwaadsprekerij. Zij haten God. Het zijn brutale, verwaande opscheppers. Ze weten altijd wel iets slechts te bedenken en zijn hun ouders ongehoorzaam.