Hooglied 2:3
Print
Zij: "En jij, liefste, bent als een appelboom tussen de andere bomen van het bos. Zo ben jij, vergeleken met de andere jongens. Ik wil zo graag in jouw schaduw zitten en van jouw appels eten, want die zijn heerlijk zoet."
Als ik mijn liefste zie zitten tussen de andere jonge mannen, zie ik een appelboom tussen gewone loofbomen. Ik verlang ernaar in zijn schaduw te zitten en zijn vruchten te proeven.
BasisBijbel (BB) © stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016; Het Boek (HTB) Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.