Hij: "Ik ben al bij je, mijn meisje, mijn bruid, ik ben al in mijn tuin gekomen. Ik heb mirre geplukt en balsem. Ik heb je honing gegeten. Ik heb je wijn en melk gedronken. Kom vrienden, laten we samen feestvieren en samen dronken worden."
Ik ben bij mijn zuster, mijn bruid, gekomen als in een tuin. Ik heb mirre en balsem geplukt en at honing uit de raat. Ik dronk wijn en melk. Mijn vrienden, kom erbij! Eet en drink met mij mee.