Juda zal mijn boog zijn en Israël mijn pijl. Zo zal Ik met de bewoners van Jeruzalem jou aanvallen, Griekenland! Zij zullen mijn zwaard zijn, het zwaard van een held."
Juda, u bent mijn boog! Israël, u bent mijn pijl! Samen vormt u mijn zwaard, als het zwaard van een held. Ik zwaai dreigend met dit zwaard naar de Grieken.’