De koning van Babel haalde alle voorwerpen uit de tempel van God, grote en kleine dingen, en alle schatten uit de tempel en uit het koninklijk paleis en uit de huizen van de rijke mensen. En hij nam die mee naar Babel.
Bij zijn terugtocht nam de koning van Babel alle grote en kleine voorwerpen en alle kostbaarheden uit de tempel, uit het paleis en uit de huizen van alle medewerkers van de koning mee.