Het volk van Elam is daar. Om de koning heen liggen al zijn gedode soldaten. De mensen voor wie eerst iedereen doodsbang was, zijn allemaal gedood in de strijd. Ze zijn zonder roem in het dodenrijk terecht gekomen. De koning van Elam ligt nu tussen alle anderen die in de strijd zijn gedood en eerloos zijn begraven.
Ook Elam ligt daar met zijn onderdanen. Tijdens hun leven boezemden zij de volken angst in, maar nu liggen zij daar, onrein in het dodenrijk, hun schandelijk lot is gelijk aan dat van de gewone mensen.