De wegen naar Jeruzalem treuren, omdat er niemand nog voor een feest naar Jeruzalem komt. De poorten van de stad zijn leeg. De priesters en de vrouwen zuchten en klagen. Jeruzalem is er vreselijk aan toe.
De wegen naar Jeruzalem liggen er treurig bij. Zij zijn niet langer gevuld met blijde drommen mensen, op weg om de tempelfeesten te vieren. De stadspoorten zijn uitgestorven, haar priesters klagen en haar jonge meisjes zijn weggesleept. Zij huilt bitter.