Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

The Daily Audio Bible

This reading plan is provided by Brian Hardin from Daily Audio Bible.
Duration: 731 days

Today's audio is from the CSB. Switch to the CSB to read along with the audio.

BasisBijbel (BB)
Version
Leviticus 19:1-20:21

Regels om heilig te leven

19 De Heer zei tegen Mozes: "Zeg tegen de Israëlieten: Leef heilig, want Ik, jullie Heer God, ben heilig.

Heb respect voor je vader en moeder en zorg voor hen, en houd je aan mijn heilige rustdagen. Ik ben jullie Heer God.

Jullie mogen geen andere goden gaan aanbidden en geen godenbeelden maken. Ik ben jullie Heer God.

Als jullie Mij een dank-offer brengen, offer het dan op de manier die Ik jullie gezegd heb. Alleen dan ben Ik er blij mee. Jullie mogen ervan eten op de dag dat je het offert, en op de dag erna. Maar wat er op de derde dag nog van over is, moeten jullie verbranden. Als jullie er op de derde dag toch nog van eten, doen jullie iets wat Ik walgelijk vind. Ik zal dan niet blij zijn met het offer. Iemand die er dan van eet, is schuldig. Want hij heeft met iets dat alleen voor Mij was, gedaan alsof het iets heel gewoons was. Zo iemand moet gedood worden.

Als jullie de oogst van je land binnenhalen, mogen jullie de rand van het veld niet afmaaien. En wat tijdens het oogsten op de grond valt, mogen jullie niet oprapen. 10 Ook mogen jullie je wijngaard niet helemaal leegplukken. Druiven die op de grond vallen, mogen jullie niet oprapen. Alles wat van de oogst op de grond valt, moeten jullie laten liggen voor de arme mensen en de vreemdelingen. Ik ben jullie Heer God.

11 Jullie mogen niet stelen, niet liegen en elkaar niet bedriegen.

12 Zweer niet bij Mij als het niet waar is wat je zegt, want daarmee beledig je Mij. Ik ben de Heer.

13 Jullie mogen niemand geld afpersen en niemand beroven. Iemand die een dag voor je heeft gewerkt, moet je op diezelfde dag betalen.

14 Jullie mogen een dove niet vervloeken en een blinde niet laten struikelen. Heb ontzag voor je God. Ik ben de Heer.

15 Jullie rechters moeten rechtvaardig zijn. Ze mogen arme mensen niet voortrekken, maar rijke mensen ook niet. Ze moeten over iedereen op een rechtvaardige manier rechtspreken.

16 Jullie mogen geen praatjes rondstrooien over andere mensen en het leven van andere mensen niet bedreigen. Ik ben de Heer.

17 Jullie mogen elkaar niet haten. Als iemand verkeerd doet, moeten jullie hem openlijk bestraffen en ervoor zorgen dat het weer goed komt. Jullie mogen hem niet zijn gang laten gaan. 18 Jullie mogen niet zelf wraak nemen en niemand van je volk haten. Maar jullie moeten van de andere mensen net zo veel houden als van jezelf. Ik ben de Heer.

19 Ook aan de volgende dingen moeten jullie je houden: jullie mogen geen twee verschillende soorten vee met elkaar laten paren, geen twee soorten zaad op één akker zaaien en geen kleren dragen die van twee soorten materiaal geweven zijn.

20 Als iemand naar bed gaat met een slavin die aan een andere man is beloofd als bijvrouw, maar die man wil haar niet, maar ze is nog niet vrijgekocht of vrijgelaten, dan moeten ze alle twee gestraft worden. Maar ze mogen niet de doodstraf krijgen, want de vrouw was niet vrijgekocht.[a] 21 De man moet aan Mij een mannetjes-schaap als schuld-offer offeren bij de ingang van de tent van ontmoeting. 22 De priester moet met het schuld-offer aan Mij vergeving voor hem vragen voor wat hij heeft gedaan, want het was verkeerd. En hij zal er vergeving voor krijgen.

23 Als jullie in het land komen en daar allerlei fruitbomen planten, dan mogen jullie het eerste fruit daarvan niet oogsten. Drie jaar lang is het onrein voor jullie en mogen jullie het fruit van die bomen niet eten. 24 In het vierde jaar is het fruit rein. Dan moeten jullie de hele oogst als een dank-offer aan Mij geven. 25 In het vijfde jaar mogen jullie het fruit van die bomen eten. Als jullie hieraan gehoorzamen, zullen die bomen jullie een grotere oogst geven. Ik ben jullie Heer God.

26 Jullie mogen helemaal geen vlees eten waar het bloed nog in zit.

Jullie mogen niet aan waarzeggerij of toverij doen.

27 Jullie mogen niet de rand van je haar rondom afscheren, of de rand van je baard rondom afknippen.[b]

28 Als er iemand gestorven is, mogen jullie jezelf niet in je lichaam snijden als teken van verdriet. Ook mogen jullie dan geen tatoeages in je huid laten maken. Ik ben de Heer.

29 Jullie mogen je dochter niet dwingen om hoer te worden. Want anders zouden de mensen in het hele land verkeerde dingen op het gebied van seks gaan doen.

30 Jullie moeten elke week de heilige rustdag vieren. Ook moeten jullie ontzag hebben voor mijn heiligdom. Ik ben de Heer.

31 Jullie mogen niet aan de geesten van gestorven mensen of aan waarzeggende geesten om raad gaan vragen. Want als jullie hen wel om raad vragen, worden jullie onrein. Ik ben jullie Heer God.

32 Jullie moeten oude mensen met respect behandelen. Jullie moeten ontzag hebben voor jullie Heer God. Ik ben de Heer.

33 Als er een vreemdeling bij jullie in het land komt wonen, dan mogen jullie hem niet slecht behandelen. 34 Een vreemdeling moet net zo behandeld worden als een Israëliet. Jullie moeten net zoveel van hem houden als van jezelf. Want jullie zijn zelf ook vreemdelingen geweest in Egypte. Ik ben jullie Heer God.

35 Jullie mogen niet op een oneerlijke manier zaken doen. Jullie mogen niet oneerlijk zijn met het afmeten van lengte, gewicht of inhoud. 36 Jullie moeten een zuivere weegschaal, zuivere gewichten en zuivere maatbekers gebruiken. Ik ben jullie Heer God, die jullie uit Egypte heeft bevrijd. 37 Daarom moeten jullie alles precies zo doen als Ik het jullie bevolen heb. Ik ben de Heer."

Strafwetten

20 De Heer zei tegen Mozes: "Zeg ook tegen de Israëlieten:

Als een Israëliet of een vreemdeling die in Israël woont, zijn kinderen aan de afgod Moloch offert, moet hij worden gedood. De mensen moeten hem met stenen doodgooien. Ik zal zijn vijand zijn en hem doden, omdat hij zijn kinderen aan Moloch heeft gegeven. Want daarmee heeft hij mijn heiligdom onrein gemaakt en Mij beledigd. Als de mensen wel weten wat hij doet, maar er niets aan doen en hem niet doden, dan zal Ik Zelf hem en zijn familie doden. Ik zal iedereen doden die met hem meedoet en Moloch aanbidt en daarmee ontrouw is aan Mij.

Als iemand aan de geesten van gestorven mensen om raad vraagt, of naar waarzeggende geesten gaat en daarmee ontrouw aan Mij is, dan zal Ik zijn vijand zijn en hem doden. Leef dus heilig, want Ik ben jullie Heer God. Doe alles precies zoals Ik het jullie bevolen heb. Ik ben de Heer en Ik wil dat jullie alleen Mij dienen.

Als iemand zijn vader of moeder vervloekt, moet hij gedood worden. Hij verdient de doodstraf.

10 Als een man naar bed gaat met de vrouw van iemand anders, moeten hij en de vrouw worden gedood.

11 Als een man naar bed gaat met de vrouw van zijn vader, heeft hij iets genomen wat van zijn vader was. Hij en de vrouw moeten worden gedood. Ze verdienen de doodstraf.

12 Als een man naar bed gaat met de vrouw van zijn zoon, moeten ze alle twee worden gedood. Ze hebben iets walgelijks gedaan. Ze verdienen de doodstraf.

13 Als een man naar bed gaat met een andere man, zoals een man naar bed gaat met een vrouw, dan hebben die twee mannen iets walgelijks gedaan. Ze moeten worden gedood. Ze verdienen de doodstraf.

14 Als een man trouwt met een vrouw en ook met de moeder van die vrouw, dan is dat een schande. De man en de twee vrouwen moeten verbrand worden. Want Ik wil niet dat zulke vreselijke dingen bij jullie gebeuren.

15 Als een man seks heeft met een dier, moeten de man én het dier worden gedood.

16 Als een vrouw seks heeft met een dier, moeten de vrouw én het dier worden gedood. Ze verdienen de doodstraf.

17 Als een man naar bed gaat met zijn zus (het maakt niet uit of ze de dochter van zijn vader of van zijn moeder is), dan is dat een schande. Ze moeten voor de ogen van hun familie worden gedood. Want hij is met zijn zus naar bed geweest en moet daarvoor gestraft worden.

18 Als een man met zijn vrouw naar bed gaat terwijl ze ongesteld is, dan heeft hij geen respect voor haar lichaam. En zij heeft zelf ook geen respect voor haar lichaam. Alle twee moeten ze worden gedood.

19 Een man mag niet naar bed gaan met de zus van zijn moeder of de zus van zijn vader. Want ze zijn familie van hem. Ze moeten er allebei voor gestraft worden.

20 Als een man naar bed gaat met zijn tante, heeft hij iets genomen wat van zijn oom was. Ze zullen er allebei voor gestraft worden. Ze zullen zonder kinderen sterven.

21 Als een man trouwt met de vrouw van zijn broer, heeft hij iets genomen wat van zijn broer was. Ze zullen voor straf nooit kinderen krijgen.

Markus 8:11-38

De Farizeeërs vragen Jezus om een teken

11 De Farizeeërs kwamen naar Jezus toe en begonnen ruzie met Hem te maken. Ze vroegen Hem om een teken van God te laten zien. Ze wilden dat Hij bewees wie Hij was. Dat vroegen ze om Hem uit te dagen. 12 Hij zuchtte diep en zei: "Waarom willen jullie zo graag een teken zien? Luister goed: jullie krijgen geen teken!" 13 En Hij liet hen daar staan, stapte weer in de boot en vertrok naar de overkant.

De slechte invloed van de Farizeeërs en Herodes

14 De leerlingen hadden vergeten om brood mee te nemen. Ze hadden maar één brood bij zich in de boot en verder niets. 15 Jezus waarschuwde hen: "Pas goed op voor de gist van de Farizeeërs en van Herodes." 16 De leerlingen zeiden tegen elkaar: "Dat zegt Jezus vast omdat we geen brood hebben." 17 Toen Jezus dat merkte, zei Hij: "Waarom hebben jullie het er over dat jullie geen brood hebben? Zien jullie het dan nóg niet? Begrijpen jullie het nóg niet? Hebben jullie zo'n hard hart? 18 Hebben jullie ogen die niets zien en oren die niets horen? 19 Weten jullie niet meer wat er gebeurde toen Ik de vijf broden brak voor de 5000 mensen? Hoeveel manden vol brood hadden jullie toen over?" Ze antwoordden: "Twaalf." 20 "En bij de zeven broden voor de 4000 mensen? Hoeveel manden vol brood hadden jullie toen over?" 21 En ze zeiden: "Zeven." En Hij zei tegen hen: "Waarom begrijpen jullie het nog steeds niet?"

Jezus geneest een blinde man

22 Ze kwamen bij Betsaïda. Daar brachten de mensen een blinde man naar Jezus toe. Ze smeekten Hem om hem aan te raken. 23 Hij pakte de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp. Toen spuugde Hij in zijn ogen, legde hem de handen op en vroeg hem: "Zie je iets?" 24 De man keek op en zei: "Ik zie de bomen. Nee, het moeten mensen zijn, want ze lopen." 25 Toen legde Jezus nog een keer zijn handen op de ogen van de man. Toen zag hij alles duidelijk en was gezond. 26 Jezus stuurde hem naar huis en zei: "Ga het dorp niet in en vertel niemand wat er gebeurd is."

Petrus begrijpt wie Jezus is

27 Jezus vertrok met zijn leerlingen naar de dorpen van de streek Cesarea Filippi. Onderweg vroeg Hij aan zijn leerlingen: "Wie ben Ik volgens de mensen?" 28 Ze antwoordden Hem: "Sommige mensen zeggen dat U Johannes de Doper bent. Anderen dat U de profeet Elia bent.[a] Weer andere mensen zeggen dat U één van de profeten bent." 29 Hij vroeg hun: "En jullie? Wie ben Ik volgens jullie?" Petrus antwoordde Hem: "U bent de Messias."[b] 30 En Hij verbood hun streng om dit tegen andere mensen te zeggen.

Jezus vertelt over zijn dood

31 Jezus begon hun uit te leggen dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden. Dat Hij niet geloofd zou worden door de leiders van het volk, de leiders van de priesters en de wetgeleerden. Dat Hij zelfs zou worden gedood. Maar ook dat Hij op de derde dag uit de dood zou opstaan. 32 Hij vertelde hun dat allemaal, zonder iets voor hen te verbergen.

Toen nam Petrus Hem apart. Hij begon Hem streng tegen te spreken. 33 Maar Jezus draaide Zich om naar zijn leerlingen en zei streng tegen Petrus: "Ga weg, duivel! Want jij wil niet wat God wil, maar wat de mensen willen."

Jezus volgen

34 Toen riep Jezus de grote groep mensen en zijn leerlingen bij Zich. Hij zei tegen hen: "Als je bij Mij wil horen, moet je stoppen met voor jezelf te leven. Je moet het kruis opnemen[c] en Mij volgen. 35 Want als je je leven voor jezelf wil houden, zul je je leven verliezen. Maar als je je leven opgeeft voor Mij en voor het goede nieuws, zul je je leven redden. 36 Wat heb je eraan als je alles hebt wat je hebben wil, maar het kost je je leven? 37 En wat kun je geven in ruil voor je leven?

38 Het is erg als je je voor Mij en voor mijn woorden schaamt tegenover deze ontrouwe en ongehoorzame mensen. Want dan zal de Mensenzoon Zich ook voor jou schamen op de dag dat Hij samen met de heilige engelen terugkomt met de hemelse macht en majesteit van zijn Vader." (lees verder)

Psalmen 42

Psalm 42

Voor de leider van het koor. Een lied voor de Korachieten,[a] om iets van te leren.

Zoals een hert hevig verlangt naar water,
zo verlang ik hevig naar U, God.
Ik heb dorst naar U, de levende God.
Wanneer zal ik weer bij U komen?
Wanneer zal ik weer vóór U mogen staan?
Dag en nacht huil ik.
Ik eet niets anders dan mijn tranen.
Want aldoor zeggen de mensen tegen mij:
"Waar is nu die God van jou?"
Ik moet er weer aan denken
hoe ik samen met heel veel anderen naar uw heiligdom ging.
Ik ging voorop en we jubelden en juichten.
We vierden met z'n allen feest.

Ik zeg tegen mezelf:
"Waarom ben je zo treurig?
Waarom ben je zo onrustig?
Vertrouw op God!
Hem zal ik prijzen.
Hij is mijn Redder, Hij is mijn God!"

Ik voel me erg verdrietig.
Daarom denk ik aan U,
hier in het gebied van de Jordaan
en de Hermonbergen vér van uw huis.
Golf na golf slaat over mij heen.
Bruisend en schuimend
spoelen uw golven over mij heen.

Toch houdt de Heer elke dag van mij.
Elke nacht heb ik een lied in mijn binnenste.
Dat lied is een gebed tot de God die mijn leven leidt.
10 Ik zeg tegen Hem: "U bent de rots onder mijn voeten.
Waarom bent U mij vergeten?"
Waarom maken mijn vijanden me het leven zo moeilijk?
Ik loop in zwarte kleren vanwege alle ellende.
11 Mijn vijanden zeggen aldoor tegen me:
"Waar is nu die God van jou?"
Hun haat is als een messteek in mijn hart.

12 Ik zeg tegen mezelf:
"Waarom ben je zo treurig?
Waarom ben je zo onrustig?
Vertrouw op God!
Hem zal ik prijzen.
Hij is mijn Redder, Hij is mijn God!"

Spreuken 10:17

17 Als je naar goede raad luistert, ben je op de weg die naar het leven leidt.
Maar als je iemand geen goede raad wil geven, ben je mede schuldig als het verkeerd met hem afloopt.

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016