Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

The Daily Audio Bible

This reading plan is provided by Brian Hardin from Daily Audio Bible.
Duration: 731 days

Today's audio is from the EHV. Switch to the EHV to read along with the audio.

BasisBijbel (BB)
Version
Leviticus 22:17-23:44

Regels over de offerdieren

17 De Heer zei tegen Mozes: 18 "Zeg tegen Aäron en zijn zonen en alle Israëlieten:

Stel dat iemand van het volk Israël of een vreemdeling in Israël iets aan Mij wil offeren omdat hij dat heeft beloofd, of gewoon omdat hij Mij graag iets wil geven. 19 Dan moet het offerdier een gezond mannetjes-dier zijn. Hij moet het van harte aan Mij offeren. Het mag een stier, een mannetjes-schaap of een mannetjes-geit zijn. 20 Hij mag nooit een dier offeren dat niet helemaal gezond is. Want dan ben Ik niet blij met het offer. 21 Elk offerdier moet helemaal gezond zijn, of het nu een stier, een schaap of een geit is. Alleen dan ben Ik er blij mee. 22 Als een dier blind is, of iets gebroken heeft, of verlamd is, of een huidziekte heeft, dan mag dat dier niet aan Mij geofferd worden. 23 Een stier, schaap of geit met te korte of te lange poten mag wel als dank-offer geofferd worden, maar niet als offer voor een belofte. 24 Maar een dier dat misvormd of gewond is aan de geslachtsdelen, mag niet aan Mij geofferd worden. 25 Ook vreemdelingen mogen zulke dieren niet aan Mij offeren. Want zulke dieren zijn niet helemaal gezond. Met zo'n offer zal Ik niet blij zijn."

26 Verder zei de Heer tegen Mozes: 27 "Het jong van een koe, schaap of geit moet na zijn geboorte zeven dagen bij zijn moeder blijven. Maar vanaf de achtste dag mag het aan Mij geofferd worden. Ik zal er blij mee zijn.

28 Je mag het jong van een koe, schaap of geit niet op dezelfde dag slachten als zijn moeder. 29 En als iemand Mij een dank-offer brengt, moet hij dat vrijwillig en van harte doen. 30 Het vlees moet opgegeten worden op de dag dat het dier geslacht wordt. Er mag niets van overblijven tot de andere ochtend. Ik ben de Heer.

31 Jullie moeten je precies aan deze regels houden. Want Ik ben de Heer. 32 Beledig mijn heilige naam niet door Mij ongehoorzaam te zijn. Ik wil dat jullie ontzag voor Mij hebben. Vergeet niet dat Ik de Heilige ben. 33 Ik heb jullie uit Egypte bevrijd om jullie God te zijn. Ik ben de Heer."

Regels voor het Paasfeest

23 En de Heer zei tegen Mozes: "Zeg tegen de Israëlieten: De feestdagen die jullie voor Mij moeten vieren, zijn heilige feestdagen. Het zijn mijn feesten.

Zes dagen mogen jullie werken. Maar op de zevende dag mag niemand werken. Het is een rustdag, met een heilige bijeenkomst, in alle plaatsen waar jullie wonen. Jullie houden die rustdag voor Mij. Verder moeten jullie de volgende feesten voor Mij vieren, met heilige bijeenkomsten. Jullie moeten die houden op de dagen die Ik jullie zeg.

Op de avond van de 14e dag van de eerste maand moeten jullie het Paasfeest voor Mij vieren. En op de 15e dag van die maand begint het Feest van de Ongegiste Broden dat jullie voor Mij moeten vieren. Zeven dagen lang moeten jullie ongegist brood eten. Op de eerste dag moeten jullie een heilige bijeenkomst houden. Niemand mag op die dag werken. Jullie moeten Mij zeven dagen lang elke dag een vuur-offer brengen. Op de zevende dag moet er een heilige bijeenkomst zijn. Niemand mag op die dag werken."

Regels voor het Oogstfeest

En de Heer zei tegen Mozes: 10 "Zeg tegen de Israëlieten: Als jullie de oogst binnenhalen in het land dat Ik jullie geef, dan moeten jullie van het eerste deel van de oogst één bos graan naar de priester brengen. 11 Hij moet die naar Mij omhoog houden en heen en weer bewegen. Daarna is hij voor de priester. Want dan zal Ik blij zijn met jullie offer. Dit moet gebeuren op de eerste dag na de heilige rustdag. 12 Diezelfde dag moet je een gezond mannetjes-schaap van één jaar als brand-offer aan Mij offeren. 13 Daarbij hoort een meel-offer van 2/10 efa (4,4 liter) fijn meel, met olijf-olie aangemaakt. Dan ben Ik er blij mee. Daarbij moet je ook een wijn-offer uitgieten van ¼ hin (0,9 liter) wijn. 14 Pas nadat je dit offer gebracht hebt, mag je van het verse graan eten of er brood van bakken. Dit is een eeuwige wet, in alle plaatsen waar jullie wonen.

15 Vanaf de dag van dit offer moeten jullie zeven hele weken aftellen. Sinds de dag van dat offer moeten er zeven heilige rustdagen geweest zijn. 16 Je moet tellen tot de dag ná de zevende heilige rustdag. Dat zijn 50 dagen. Op die 50e dag moeten jullie weer een meel-offer aan Mij offeren. 17 Jullie moeten twee broden meebrengen, voor een beweeg-offer. Die broden moeten worden gebakken van 2/10 efa (4,4 liter) fijn meel, met gist. Die broden moeten jullie voor Mij bakken van het eerste deel van de oogst. 18 Bij dat brood moeten jullie zeven gezonde vrouwtjes-schapen, een jonge stier en twee mannetjes-schapen offeren. Ze zijn voor een brand-offer voor Mij, met de meel-offers en de wijn-offers die daarbij horen. Als jullie het zó doen, ben Ik blij met de offers. 19 Ook moeten jullie een mannetjes-geit als vergevings-offer offeren, en twee vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. 20 En de priester moet de broden en de twee schapen naar Mij omhoog houden en heen en weer bewegen. Zo geven jullie ze aan Mij. Daarna zijn ze voor de priester.

21 Op dezelfde dag moeten jullie een heilige bijeenkomst voor Mij houden. Niemand mag op die dag werken. Het is een eeuwige wet, in alle plaatsen waar jullie wonen.

22 Als jullie de oogst van het land binnenhalen, mogen jullie de rand van het veld niet helemaal afmaaien. En wat van jullie oogst op de akker is blijven liggen, mogen jullie niet oprapen. Dat moeten jullie voor de arme mensen en de vreemdelingen laten liggen. Ik ben jullie Heer God."

Regels voor de Dag van Vergeving

23 En de Heer zei tegen Mozes: 24 "Zeg tegen de Israëlieten: op de eerste dag van de zevende maand moeten jullie een heilige rustdag houden. Die moeten jullie aankondigen door op de trompet te blazen. Jullie moeten dan een heilige bijeenkomst houden. 25 Niemand mag op die dag werken en jullie moeten voor Mij een vuur-offer offeren."

26 En de Heer zei tegen Mozes: 27 "De tiende dag van de zevende maand is de Dag van Vergeving.[a] Jullie moeten een heilige bijeenkomst houden en jullie moeten spijt hebben van de verkeerde dingen die jullie hebben gedaan. Jullie moeten voor Mij een vuur-offer offeren. 28 Op die dag mag niemand werken, want het is de Dag van Vergeving. Die dag moeten jullie aan Mij, jullie Heer God, om vergeving vragen. 29 Iedereen die op die dag geen spijt heeft van de verkeerde dingen die hij heeft gedaan, zal Ik doden. 30 Ook iedereen die op die dag werkt, zal Ik doden. 31 Niemand mag op die dag werken. Dat is een eeuwige wet, overal waar jullie wonen. 32 Het is een rustdag voor jullie, en jullie moeten spijt hebben van de verkeerde dingen die jullie hebben gedaan. Deze heilige rustdag begint op de avond van de negende dag van de maand, en hij duurt tot aan de volgende avond."

Regels voor het Loofhuttenfeest

33 En de Heer zei tegen Mozes: 34 "Zeg tegen de Israëlieten: Op de 15e dag van de zevende maand begint het Loofhuttenfeest. Zeven dagen lang vieren jullie feest voor Mij. 35 Op de eerste dag van het feest moeten jullie een heilige bijeenkomst houden. Niemand mag dan werken. 36 Zeven dagen lang moeten jullie Mij elke dag een vuur-offer brengen. Op de achtste dag moeten jullie een heilige bijeenkomst houden en Mij een vuur-offer brengen. Het is een heilige feestdag en niemand mag die dag werken.

37 Dus dit zijn mijn feesten. Op die feesten moeten jullie een heilige bijeenkomst houden en vuur-offers aan Mij brengen: brand-offers, meel-offers, vlees-offers en wijn-offers. Jullie moeten die offers elke dag brengen volgens de regels die Ik heb gegeven. 38 Het zijn extra offers: ze komen bíj de offers van de heilige rustdagen en bíj de geschenken, de belofte-offers en de vrijwillige offers die jullie Mij geven.

39 Dus vanaf de 15e dag van de zevende maand, als jullie de oogst van jullie land binnenhalen, moeten jullie zeven dagen lang voor Mij feestvieren. Op de eerste dag mogen jullie niet werken en op de achtste dag mogen jullie niet werken. 40 Op de eerste dag moeten jullie takken van de fruitbomen, palmbomen en wilgen afsnijden. Van die takken bouwen jullie hutten. Jullie moeten zeven dagen lang voor Mij feest vieren. 41 Dus zeven dagen in het jaar vieren jullie dit feest voor Mij. Het is een eeuwige wet. Jullie moeten dit feest in de zevende maand vieren. 42 Jullie moeten dan zeven dagen lang in de hutten wonen die jullie van de takken met bladeren hebben gebouwd. Alle mensen die in Israël geboren zijn, moeten in die loofhutten wonen. 43 Zo zullen jullie en alle families ná jullie onthouden dat Ik de Israëlieten in loofhutten heb laten wonen, toen Ik hen uit Egypte bevrijdde. Ik ben jullie Heer God."

44 Zo vertelde Mozes aan de Israëlieten welke feesten ze voor de Heer moesten vieren.

Markus 9:30-10:12

30 Ze vertrokken daar en reisden door Galilea. Hij wilde niet dat iemand dat wist. 31 Want Hij wilde met zijn leerlingen spreken. Hij zei tegen hen: "De Mensenzoon zal gevangen worden genomen en gedood worden. Maar op de derde dag zal Hij uit de dood opstaan." 32 Maar ze begrepen het niet. En ze durfden Hem niet om uitleg te vragen.

De vraag wie het belangrijkste is

33 Ze kwamen in Kapernaüm en gingen naar Jezus' huis. Toen Hij thuis was, vroeg Hij hun: "Waar hadden jullie onderweg ruzie over?" 34 Ze zwegen. Want ze hadden er onderweg ruzie over gemaakt, wie van hen de belangrijkste was. 35 Hij ging zitten, riep de twaalf leerlingen bij Zich en zei tegen hen: "Als je de belangrijkste wil zijn, moet je de minst belangrijke worden. Je moet een dienaar worden van alle anderen." 36 Hij trok een kind naar Zich toe. Hij zette het midden in de kring, sloeg zijn arm om het kind heen en zei: 37 "Als je gastvrij bent voor een kind omdat je in Mij gelooft, ben je eigenlijk gastvrij voor Mij. En als je gastvrij bent voor Mij, ontvang je eigenlijk niet Mij, maar Hem die Mij heeft gestuurd."

Vóór of tegen Jezus

38 Johannes zei tegen Jezus: "Meester, we hebben iemand gezien die niet met ons meegaat, maar die toch namens U duivelse geesten uit de mensen wegjaagt. We hebben het hem verboden, omdat hij niet met ons meegaat." 39 Maar Jezus zei: "Houd hem niet tegen. Want iemand die wonderen doet omdat hij in Mij gelooft, kan niet kort daarna slechte dingen over Mij zeggen. 40 Want mensen die niet tégen ons zijn, zijn vóór ons."

Mensen die anderen verleiden om slechte dingen te doen, zullen worden gestraft

41 Jezus zei: "Als iemand die in de Messias gelooft aan jullie een beker water te drinken geeft omdat jullie leerlingen van Hem zijn, zal hij daarvoor een beloning krijgen.

42 Maar pas op als je één van deze kinderen die in Mij geloven, overhaalt om slechte dingen te doen. Het zou dan beter voor je zijn geweest, als je met een grote steen om je nek in zee was gegooid, dan dat je daarvoor de straf moet dragen."

Ongehoorzaamheid aan God

43 Jezus zei: "Als je in de verleiding komt om met je hand iets slechts te doen, hak hem dan liever af. Dan ga je met maar één hand het eeuwige leven binnen. Dat is beter dan met twee handen in het onblusbare vuur van de hel gegooid te worden. 44 Daar gaan je wormen niet dood en wordt het vuur niet geblust. 45 En als je in de verleiding komt om met je voet iets slechts te doen, hak hem dan liever af. Dan ga je met maar één voet het eeuwige leven binnen. Dat is beter dan met twee voeten in het onblusbare vuur van de hel gegooid te worden. 46 Daar gaan je wormen niet dood en wordt het vuur niet geblust. 47 En als je door iets wat je ziet in de verleiding komt om iets slechts te doen, ruk dan liever je oog uit. Dan ga je met maar één oog het Koninkrijk van God binnen. Dat is beter dan met twee ogen in de hel gegooid te worden. 48 Daar gaan je wormen niet dood en wordt het vuur niet geblust.

49 Iedereen zal met het vuur van verleidingen zout worden gemaakt. Net zoals er op elk offer zout gedaan wordt.[a] 50 Zout is goed, maar als zout niet meer zout is, waarmee kun je het dan nog zout maken? Zorg dat er zout in jullie zit. En maak geen ruzie met elkaar."

Echtscheiding

10 Toen stond Jezus op en reisde door het gebied aan de overkant van de Jordaan naar Judea. Weer kwamen er grote groepen mensen naar Hem toe. En zoals altijd gaf Hij hun les.

Er kwamen ook Farizeeërs naar Hem toe. Ze wilden Hem met een strikvraag in de val laten lopen. Ze hoopten dat Hij iets verkeerds zou zeggen. Ze vroegen: "Mag een man van zijn vrouw scheiden?" Hij antwoordde: "Wat heeft Mozes tegen jullie gezegd?" Ze zeiden: "Mozes vond het goed, als de man haar een brief meegeeft waarin staat dat hij van haar gescheiden is." Jezus zei tegen hen: "Hij heeft dat opgeschreven omdat hij wist dat jullie hard zijn. Maar vanaf het begin van de wereld heeft God hen als man en vrouw gemaakt. Er staat in de Boeken: 'Daarom zal een man weggaan bij zijn vader en moeder en van zijn vrouw houden en trouw aan haar zijn. Vanaf dan zijn ze niet meer twee aparte mensen, maar samen één geheel.' En wat God zo tot één geheel heeft gemaakt, zou een mens niet meer uit elkaar moeten halen."[b]

10 Toen ze thuisgekomen waren, vroegen de leerlingen Hem er weer naar. 11 Hij zei tegen hen: "Als iemand zijn vrouw wegstuurt en met een andere vrouw trouwt, is hij ontrouw aan zijn eerste vrouw. 12 En als een vrouw weggaat bij haar man en met een andere man trouwt, is ze ontrouw aan haar eerste man."

Psalmen 44:1-8

Psalm 44

Een lied voor de Korachieten,[a] om iets van te leren. Voor de leider van het koor.

God, we hebben het zelf gehoord.
Onze vaders hebben het ons verteld:
U heeft vroeger geweldige dingen voor hen gedaan.
U heeft Zelf volken uit hun eigen land weggejaagd
om onze voorouders daar een plaats te geven.
U heeft andere volken vernietigd,
en ons volk steeds groter gemaakt.
Niet met hun wapens hebben ze dit land veroverd.
Niet hun eigen kracht heeft hen geholpen.
Maar úw handen en úw kracht en úw liefde hebben dat gedaan,
omdat U van hen houdt.

U bent mijn Koning, God.
Red alstublieft uw volk.
Met úw hulp overwinnen we onze vijanden.
Met úw hulp slaan we hen neer.
Want ik vertrouw niet op mijn boog.
Mijn zwaard kan mij niet redden.
Ú redt ons van onze vijanden. Ú zorgt ervoor dat de mensen die ons haten
voor schut komen te staan.

Spreuken 10:19

19 Als je veel praat, zeg je vaak dingen die je niet had mogen zeggen.
Maar als je je mond beheerst, ben je verstandig.

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016