The Daily Audio Bible
Today's audio is from the GW. Switch to the GW to read along with the audio.
Jeruzalem wordt in ere hersteld
60 De Heer zegt: "Sta op, Jeruzalem, kom in het licht. Het stralende licht van de Heer zal op je schijnen. Zijn zon gaat over je op. 2 De aarde en de volken zullen in het donker liggen. Maar op jou zal het licht van de Heer schijnen. Iedereen zal zien dat zijn stralende macht en majesteit bij je is. 3 De volken en hun koningen zullen naar dat licht toe komen dat op jullie schijnt.
4 Jeruzalem, kijk eens om je heen! Let op, ze komen allemaal van ver naar je toe. Ook je bewoners worden naar je toe gebracht, zoals je kinderen op de arm meeneemt. Ze zullen bij jou verzorgd worden. 5 Wanneer je dat ziet, zul je tranen in de ogen hebben van blijdschap. Je hart zal bonzen van vreugde. De schatten van de zee en de rijkdommen van de volken zullen naar je toe gebracht worden. 6 Grote kudden kamelen uit Midian en Hefa[a] zullen je land bedekken. Uit Scheba zullen de mensen goud en wierook komen brengen. Ze zullen vertellen wat een geweldige dingen de Heer heeft gedaan. 7 De schapen uit Kedar en Nebajot[b] zullen naar je toe worden gebracht. Jullie zullen ze op mijn altaar offeren en Ik zal er blij mee zijn. Ik zal mijn tempel net zo prachtig maken als vroeger.
8 Wie komen daar als een wolk aanvliegen, als duiven naar hun til? Schepen uit verre landen. 9 De landen langs de kust vertrouwen op Mij. De schepen van Tarsis varen voorop. Ze zullen je bewoners van grote afstand hierheen brengen. Ze brengen zilver en goud mee voor je Heer God, de Heilige God van Israël, omdat Hij je machtig heeft gemaakt.
10 Vreemdelingen zullen je muren weer opbouwen. Koningen van andere landen zullen je dienen. Uit woede heb Ik je gestraft. Maar omdat Ik van je houd, heb Ik ook weer medelijden met je gehad. 11 Je poorten zullen altijd open staan. Dag en nacht zullen zij open staan, zodat de rijkdommen van de volken naar binnen gebracht kunnen worden. Ook hun koningen zullen als jouw krijgsgevangenen meegebracht worden. 12 Volken en koninkrijken die jou niet willen dienen, zullen worden vernietigd. Ze zullen worden verwoest.
13 De schatten van de Libanon zullen naar je toe worden gebracht: hout van cipressen, platanen en dennenbomen. Het zal worden gebruikt om mijn tempel mooi te maken. De plaats waar mijn voeten op aarde rusten[c] zal ermee versierd worden. 14 De zonen van je vijanden zullen nederig naar je toe komen. Al je vijanden zullen zich voor je voeten op de grond laten vallen. Ze zullen je noemen: 'Stad van de Heer, het Jeruzalem van de Heilige God van Israël.' 15 Vroeger was je verlaten en gehaat. Niemand wilde binnen je muren komen. Maar dan zal Ik je tot mijn sieraad maken. Door alle eeuwen heen zullen de mensen blij met je zijn. 16 De volken zullen je voedsel brengen, zoals een moeder haar kind voedt. Je zal koninklijk voedsel krijgen. Je zal weten dat Ik de Heer, je Redder ben, je Bevrijder, de Machtige God van Jakob.
17 Ik zal je koper omruilen voor goud. Je ijzer voor zilver. Je hout voor koper. Je stenen voor ijzer. Ik zal ervoor zorgen dat je leiders je in vrede zullen leiden. En dat ze rechtvaardig zullen zijn. 18 Er zal helemaal geen geweld meer zijn in je land. In je hele land zal niets meer verwoest worden. Je muren zullen 'Voorspoed' heten en je poorten 'Loflied'. 19 De zon zal overdag niet meer voor je hoeven te schijnen, en de maan 's nachts niet. Want het licht van de Heer zal voor eeuwig op je schijnen. Je God zal je licht zijn. 20 Ik ben als een zon die nooit ondergaat en als een maan die nooit afneemt. Want Ik, de Heer, zal je eeuwige licht zijn. Er zal een einde zijn gekomen aan je tijd van rouw en verdriet. 21 Je hele volk zal leven zoals Ik het wil. Ze zullen het land voor eeuwig bezitten. Ze zullen een stek zijn die Ik heb geplant. Ze zullen iets zijn wat Ik heb gemaakt en waarvoor Ik zal worden geprezen. 22 Zelfs de kleinste en minst belangrijke familie zal uitgroeien tot een grote familie, een machtig volk. Ik, de Heer, zal dit op het juiste moment snel werkelijkheid maken."
De dienaar van God die komt redden
61 Jesaja zegt: De Geest van de Heer is op mij.[d] Hij heeft mij met zijn Geest gezalfd om goed nieuws te brengen aan nederige mensen. Hij heeft mij gestuurd om mensen die een gebroken hart hebben, te genezen. Om gevangenen te vertellen dat ze vrij zijn. Om mensen die vastzitten, uit hun gevangenis te halen. 2 Om te vertellen dat het grote feestjaar van de Heer begonnen is. Om te zeggen dat de dag is gekomen dat onze God zijn vijanden zal straffen. Om alle mensen die verdrietig zijn, te troosten. 3 Om alle mensen in Jeruzalem die treuren, weer blij te maken. Ze zullen geen as meer op hun hoofd hebben als teken van verdriet, maar een feestkroon. Ze zullen niet meer gebukt gaan onder verdriet, maar ze zullen blij zijn en feestvieren. Ze zullen worden genoemd: 'Eiken van rechtvaardigheid,' en: 'Bomen door de Heer geplant'. Zo zal Hij worden geëerd.
4 Ze zullen de oude puinhopen weer opbouwen tot steden. Wat vroeger werd verwoest, zullen ze weer opbouwen. Ze zullen de steden die in puin liggen, vernieuwen. Zelfs steden die eeuwenlang verwoest hebben gelegen, worden weer opgebouwd. 5 Vreemdelingen zullen klaarstaan om voor jullie te werken. Ze zullen jullie vee voor jullie hoeden en op jullie akkers en in de wijngaarden werken. 6 Maar jullie zullen priesters van de Heer worden genoemd, en dienaren van onze God. Jullie zullen leven van de rijkdommen die de volken hebben verzameld. Daarvan zullen jullie genieten. 7 Eerst stonden jullie verschrikkelijk te schande. Maar dat zal jullie dubbel worden vergoed. Eerst werden jullie uitgelachen. Maar dan zullen jullie juichen over de buit. Jullie zullen alles dubbel vergoed krijgen en voor altijd blij zijn.
8 De Heer zegt: "Want Ik houd van rechtvaardigheid. Ik haat beroving en Ik haat het kwaad. Ik zal ervoor zorgen dat mijn volk precies krijgt waar het recht op heeft. Ik zal een eeuwig verbond met hen sluiten. 9 Hun familie ná hen zal bekend zijn onder de andere volken en landen. Iedereen die hen ziet, zal moeten toegeven dat de Heer met hen is."
10 Jeruzalem zegt: "Ik ben heel erg blij met de Heer. Ik juich over wie God is. Want Hij heeft mij gered. Hij is voor mij opgekomen. Daardoor ben ik nu net zo mooi als een bruidegom in zijn feestkleren, of als een bruid met al haar sieraden om. 11 De Heer zal ervoor zorgen dat de volken rechtvaardig worden en Hem zullen prijzen. Dat is net zo zeker als dat er planten uit de aarde groeien en er zaden ontkiemen in een tuin. Alle volken zullen zien hoe geweldig Hij is. Ze zullen Hem prijzen."
Jeruzalem is de lieveling van God
62 Jesaja zegt: Jeruzalem, ik zal mijn mond niet houden. Jeruzalem, ik zal niet rusten, totdat het weer goed met je gaat. Ik zal niet zwijgen, totdat de zon weer over jou opgaat en je redding zo zichtbaar zal zijn als een brandende fakkel. 2 Alle volken zullen zien hoe God je redt. Alle koningen zullen zien hoe prachtig je bent. Je zal voortaan een nieuwe naam hebben. De Heer Zelf zal je die naam geven. 3 Je zal zo mooi zijn als een sierlijke kroon in de hand van de Heer, als een koninklijke tulband in de hand van je God. 4 Ze zullen je niet meer noemen: 'Verlaten Vrouw'. Ze zullen je land niet meer 'Puinhoop' noemen. Maar ze zullen jou, Jeruzalem, 'Lieveling' noemen, en je land 'Gelukkig Getrouwd'. Want de Heer houdt van je. En je volk zal voor altijd in je land wonen. 5 Want zoals een jongen met een meisje trouwt en voor altijd bij haar blijft, zo zullen je bewoners voor altijd bij je blijven. En zoals een bruidegom blij is met zijn bruid, zo zal je God blij zijn met jou.
27 Maar jullie moeten leven op een manier die past bij het goede nieuws van Christus. Het moet niet uitmaken of ik naar jullie toe kom of dat ik hier blijf. Ik wil van jullie horen dat jullie één zijn met elkaar. En dat jullie je samen inspannen voor het geloof in het goede nieuws. 28 Laat je niet bang maken door de mensen die jullie tegenwerken. Want als jullie niet bang zijn, zal dat die mensen duidelijk maken dat zíj verloren gaan. Maar voor jullie zal het een teken zijn dat God júllie heeft gered. 29 Want God is goed voor jullie geweest. Hij heeft jullie niet alleen de kracht gegeven om in Christus te kunnen geloven. Hij heeft jullie óók de kracht gegeven om voor Hem te kunnen lijden. 30 Want jullie zullen dezelfde strijd hebben die jullie bij mij hebben gezien en waarover ik jullie nu schrijf.
Jezus als voorbeeld voor de gelovigen
2 Als jullie je inderdaad laten bemoedigen door Christus, en als jullie liefde voor elkaar hebben, en als jullie je door de Geest laten leiden, en als jullie met elkaar meeleven, 2 maak mij dan helemáál blij door samen één te zijn. Houd van elkaar.[a] Heb allemaal hetzelfde verlangen en hetzelfde doel. 3 Doe niets om er zelf beter van te worden of om erover te kunnen opscheppen. Maar wees bescheiden en vind andere mensen belangrijker dan jezelf. 4 Let niet alleen op wat goed is voor jezelf. Let ook op wat goed is voor een ander. 5 Wees net zo bescheiden als Jezus Christus was. 6 Hij was God. Maar Hij vond dat niet zó belangrijk, dat Hij het niet los kon laten. 7 Nee, Hij heeft zelfs al zijn goddelijkheid afgelegd. Hij kwam naar de aarde om een dienaar te worden. Hij werd helemaal mens. 8 En als mens heeft Hij Zichzelf vernederd door God gehoorzaam te zijn tot de dood. Ja, zelfs tot de dood aan een kruis. 9 Daarom heeft God Hem ook de hoogste eer en de allergrootste macht gegeven. Hij heeft Hem belangrijker en machtiger gemaakt dan wie dan ook. 10 Want God wil dat iedereen in de hemel, op de aarde en onder de aarde de knieën zal buigen voor Jezus. 11 Hij wil dat iedereen hardop zal toegeven dat Jezus de Heer is. Want dat eert God de Vader!
Leef als voorbeeld voor de wereld
12 Lieve broeders en zusters, toen ik bij jullie was, gehoorzaamden jullie mij in alles wat ik zei. Nu ik niet bij jullie ben, wil ik dat jullie dat nog veel méér doen. Blijf ook nu met diep ontzag voor God je best doen om zó te leven als past bij mensen die bij God horen. 13 God zal ervoor zorgen dat jullie willen doen wat zijn plan voor jullie is. En dat niet alleen. Hij zal er óók voor zorgen dat jullie dat ook kúnnen.
14 Doe alles zonder mopperen of klagen. 15 Zorg ervoor dat niemand iets slechts van jullie kan zeggen. Wees echte kinderen van God op wie niets valt aan te merken. Want dan zullen jullie als stralende sterren zijn, die opvallen tussen de slechte en ongehoorzame mensen van deze tijd. 16 Blijf gehoorzaam aan het woord dat leven geeft. Dan heb ik tenminste niet voor niets zo mijn best voor jullie gedaan. En dan zal ik op de dag dat Christus terugkomt, trots op jullie kunnen zijn. 17 Jullie zullen je geloof als een offer aan God kunnen aanbieden. Daar ben ik heel erg blij over. Zelfs als jullie geloof mij mijn leven kost. Ik zal blij zijn, samen met jullie. 18 En ik wil dat jullie daar ook samen met mij blij over zullen zijn.
Psalm 72
1 Een lied voor Salomo.
God, maak de koning zo rechtvaardig als U.
Leer de zoon van de koning hoe hij rechtvaardig moet heersen.
2 Dan zal hij uw volk rechtvaardig leiden.
Hij zal opkomen voor de arme en verdrukte mensen.
3 Er zal vrede heersen in de bergen.
Uw volk zal in vrede leven in de heuvels.
4 Hij zal opkomen voor mensen in nood
en de slechte mensen straffen.
5 De mensen zullen diep ontzag voor U hebben,
door alle eeuwen heen,
zolang de zon en de maan bestaan.
6 De koning zal net zo goed zijn voor zijn volk
als regen voor het gras,
als regendruppels die de aarde vochtig maken.
7 In de tijd dat hij regeert, zal in het land rechtvaardigheid heersen.
Er zal grote vrede zijn, totdat de maan er niet meer is.
8 Hij zal heersen van zee tot zee,
vanaf de Rivier[a] tot aan het einde van de aarde.
9 De bewoners van de woestijn zullen zich voor hem buigen.
Zijn vijanden zullen de grond voor zijn voeten kussen.
10 De koningen van Tarsis en de landen langs de kust
zullen hem geschenken brengen.
De koningen van Scheba en Saba
zullen hem eren met geschenken.
11 Alle koningen zullen voor hem buigen,
alle volken zullen hem dienen.
12 Hij redt de mensen in nood als ze hem om hulp roepen.
Want hij redt de mensen voor wie niemand opkomt.
13 Hij zorgt voor arme en verdrukte mensen.
Hij zal hen redden.
14 Hij redt hen van de mensen die hun kwaad doen.
Hun leven is kostbaar voor hem.
15 Ik hoop dat de koning lang zal leven.
De mensen zullen hem goud uit Scheba geven.
Ze zullen aldoor voor hem bidden dat God goed voor hem zal zijn.
16 Er zullen altijd grote oogsten zijn.
Het graan zal zelfs op de bergtoppen ruisen
als de bossen op de Libanon.
De voorspoed van de bewoners van de steden
zal groeien als het gras op de velden.
17 Hij zal nooit vergeten worden.
Zo lang de zon bestaat zal zijn naam genoemd blijven worden.
Door hem zal het met iedereen goed gaan.
Alle volken zullen hem prijzen.
18 Prijs de Heer God, de God van Israël.
Hij alleen doet wonderen.
19 Prijs Hem voor eeuwig.
Laat op de hele aarde te zien zijn hoe machtig Hij is.
Amen, ja, zo zal het zijn.
20 Hier eindigen de gebeden van David, de zoon van Isaï.
11 Red de mensen die onschuldig gedood zullen worden.
Als jij hen niet redt, zullen ze naar de dood wankelen.
12 Zeg later niet: "Maar ik wist het niet!"
Want Hij die het hart van elk mens kent,
weet heus wel of je de waarheid spreekt.
Hij let op hoe je leeft. Hij geeft je wat je hebt verdiend.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016